Trapleer
Je kunt het je tegenwoordig haast niet meer voorstellen,
maar er is een tijd geweest dat het maken van een foto een bijzonder moment
was. De wereld werd vastgelegd op een negatief film, ontwikkelt en afgedrukt op
speciaal papier, glanzend of mat. Op de meeste fotorolletjes kon je 24 of 36
opnamen maken. Daarvoor ging je naar een fotozaak en later naar Kruidvat of
Hema. De kosten waren rond het millennium ongeveer vijftien gulden voor een
rolletje van 36. In de jaren negentig lag de prijs nog een stuk hoger. Tegenwoordig
maak je zomaar ineens honderd of meer foto’s als je een dagje op stap bent en
het kost je niet meer dan een beetje opslagruimte.
Ik moest daar aan denken toen ik laatst een foto zag van
een groepje fotojournalisten die op een hoogwaardigheidsbekleder stonden te
wachten. Een aantal van hen hadden een ladder bij zich om boven hun collega’s
uit te kunnen komen en misschien ook ten dele voor het perspectief.
Als ik het een beetje overdrijf, maakte mijn vader
uitsluitend bij de volgende gelegenheden foto’s: vakanties, verjaardagen en
kerstboom. Dat laatste is strikt genomen geen gelegenheid, maar voor mijn vader
wel een geheid fotomoment. De boom. Het liefst met zijn vier kinderen ervoor,
netjes op een rij van klein naar groot.
Met verjaardagen kwam de trapleer de kamer in. De trap
had al een leven achter de rug en mijn vader leek op een zeeman die het scheepswant
inklom als hij met de Agfa Clack richting het plafond ging. Het vogelperspectief
was de enige manier om de jarige met zijn broers, zussen, vriendjes en
vriendinnetjes op de foto te krijgen. Die ene foto. Als mijn vader pech had en
het flitslampje weigerde dienst, dan moest hij de ladder weer af, het
flitslampje vervangen en weer naar boven voor foto nummer twee. Al die tijd
zaten wij in de houding, klaar om op het juiste moment te lachen.
De vakantiefoto’s zal ik u besparen.
Izaak
Reacties
Een reactie posten