Rubberlaarzen 3
(naar aanleiding van het gelijknamige verhaal van Karl Ove
Knausgard, Herfst, blz.121)
De laarzen waren van mijn vader en ik mocht ze lenen. In
beide laarzen zat een klein gaatje, zo’n tien centimeter boven de hak. Dat vertelde
mijn moeder. Maar verder waren ze prima. En ik ging niet wadlopen dus wat kon
mij gebeuren?
De volgende ochtend stond ik om half zes op. Zo vroeg was ik
nog nooit opgestaan. Mijn zus wel, die werkte al vanaf haar vijftiende iedere
zomer in de kassen van het Westland. Tomaten plukken. Dat wilde ik ook. Maar
mijn moeder moedigde dat niet aan. Altijd bezorgd over mijn gezondheid. Maar nu
fietste ik dan toch door de koude donkere ochtend naar Vierpolders. Ik zag het
licht van Den Briel uitstralen naar de hemel. Dat had ik nog nooit gezien. Eenmaal
in Vierpolders begon het al licht te worden en toen ik niet veel later met mijn
nieuwe collega’s de loods uitstapte, was het of er nooit een nacht geweest was.
We verdeelden ons over een busje en een Jeep. Ik zat achterin de Jeep tussen
allerlei gereedschap op een kist waarvan ik pas bij het uitstappen ontdekte dat
er dynamiet in zat.
Op dat moment had ik nog geen idee wat we eigenlijk precies
gingen doen. Dynamiet was iets uit films en stripverhalen. En de kinderlijke
grapjes die ik met schoolvrienden maakte. Het was altijd leuk om in je fantasie
iets of iemand op te laten blazen. De kunst van het overdrijven.
Ik maakte mij enigszins ongerust over wat de bedoeling van
het dynamiet was. En vooral voor de eventuele gevaren die dat voor mij zou
kunnen opleveren. Ik was erg gehecht aan mijn ledematen. Als dat niet zo was
geweest dan had ik net zo goed in dienst kunnen gaan. Gelukkig werd al snel
duidelijk dat we bodemonderzoek gingen doen en dat ik ver uit de buurt van de
explosieven zou blijven.
Team één ging met de waterboor, het dikkere broertje van de
brandslang gaten boren in de grond. Team twee plaatste de springlading en
bracht deze tot ontploffing. En als laatste kwam team drie dat de gaten vulde
met absorberend grind. Alle teams bestonden uit twee man, behalve team drie.
Team drie was ik.
We waren vroeg in de middag klaar, maar we gingen nog niet
weg. We moesten wachten tot we van iemand toestemming kregen via de portofoon.
Om de tijd te doden begon de voorman samen met de man die de waterboor bediende
een vuurtje te stoken met wat dode takken en sloophout dat zij uit de laadbak
van het busje haalden. Het werd best een groot vuur en ik voelde mij er niet
prettig bij. We zate tenslotte in een beschermd natuurgebied en mijn vader had
mij een grote eerbied voor de natuur bijgebracht. Op de heenweg had ik al
gezien hoe de opdracht “zo weinig mogelijk schade aanrichten” werd opgevat. In
plaats van steeds hetzelfde spoor te volgen met het busje, waren er al verschillende
sporen ontstaan met de breedte van een Amerikaanse snelweg.
Het vuur ging niet hard genoeg naar de zin van de voorman.
Hij pakte een oude rubberlaars een jerrycan uit het busje en vulde de laars tot
vlak onder de rand met benzine. Hij knikt naar mij en zie: “Gooi jij die eens
op het vuur. En snel want hij is lek.” Ik pakte met de laars tussen duim en
wijsvinger en ik lk liep, licht gebogen, met de laars dicht bij de grond zo
snel mogelijk in de richting van het vuur, terwijl ik de laars zelf zo min
mogelijk trachtte te bewegen. De wind stond onze kant op en ik bleef zo laag
mogelijk vanwege de rook. Ik haalde diep adem en slingerde de laars op het
vuur. Snel rende ik een paar passen achteruit. De vlammen laaiden hoog op. De
mannen joelden.
Zittend op de rand van de achterbak van het busje, vulde de
voorman nog een laars en weer was ik de lul. Opnieuw schoten de vlammen hoog op
nadat de laars in het vuur verdwenen was. Het gejoel van de mannen hield
ditmaal echter onmiddellijk op toen vanuit het vuur kleine vlammetjes het spoor
van de uit de laarzen gelekte benzine terug volgden naar het busje. Er was
paniek in de ogen van de voorman te zien. Hij sprong snel in het busje en reed
het een paar meter naar voren. De lol was er nu wel van af.
Zwijgend aten wij onze boterhammen en staarden in het vuur.
Izaak
Reacties
Een reactie posten